woonkamer

Stel je voor: je gaat werken in een oud kantoorpand dat net is gerenoveerd. Alles ruikt naar nieuw verfwerk, de vloeren glanzen, en er hangt een keurige map in de gang met daarop “asbestsanering voltooid – schoonverklaring aanwezig.” Je denkt: prima, veilig dus. Toch blijkt dat vertrouwen niet altijd terecht. Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie blijkt dat ruim een derde van de gecertificeerde inspectiebedrijven hun werk niet goed uitvoert. Dat betekent dat duizenden gebouwen in Nederland ten onrechte als ‘schoon’ zijn verklaard, terwijl er nog asbest aanwezig is. En dat is best een schokkende gedachte — zeker als je er dagelijks binnen zit.

Wanneer ‘veilig’ niet altijd veilig is

Asbest klinkt als iets van vroeger, maar het is nog lang niet verdwenen. Tot in de jaren negentig werd het volop gebruikt in muren, vloeren, daken en ventilatiekanalen. Pas later werd duidelijk hoe gevaarlijk de vezels eigenlijk zijn: ze blijven jarenlang in de longen hangen en kunnen ernstige ziektes veroorzaken. Daarom is het verwijderen van asbest aan strenge regels gebonden. Na een sanering moet een onafhankelijk bedrijf het gebouw controleren en officieel ‘schoon’ verklaren. Alleen dan mag het weer gebruikt worden.

Het probleem? Die controle wordt niet altijd goed uitgevoerd. Sommige bedrijven nemen te weinig monsters, slaan ruimtes over of doen slechts een snelle visuele check. En dat is niet alleen slordig, het kan ronduit gevaarlijk zijn. Want een verkeerde schoonverklaring betekent dat mensen onbewust in een besmette ruimte werken of wonen. Een medewerker van een sloopbedrijf in Amsterdam verwoordde het treffend: “Asbest verwijderen is één ding, maar als de inspectie niet klopt, is het net alsof je je huis schoonmaakt met de deur dicht — het lijkt netjes, maar het stof blijft gewoon rondzweven.”

De gevolgen zijn niet direct zichtbaar, en dat maakt het juist zo verraderlijk. Je merkt het niet aan een geur of een vlek. De lucht lijkt schoon, de muren zien er strak uit. Maar als ergens nog restjes asbest in een ventilatiekanaal, kitrand of plafondplaat zitten, kunnen die bij de minste verstoring weer vrijkomen. En dan heb je het over iets wat je niet wilt inademen, zelfs niet in minieme hoeveelheden.

Wat je zelf kunt doen als je twijfelt

Ben je huurder, werknemer of eigenaar van een pand waar asbest verwijderen heeft plaatsgevonden, dan hoef je niet meteen het ergste te vrezen. De meeste bedrijven doen hun werk zorgvuldig. Maar als je twijfelt, kun je zelf het verschil maken. Vraag altijd om de officiële rapportage van de sanering. Daarin moet duidelijk staan wie de schoonverklaring heeft afgegeven, wanneer dat is gebeurd en op basis van welke metingen. Krijg je die informatie niet of voelt het rapport te oppervlakkig aan, dan kun je zelf een onafhankelijk laboratorium inschakelen voor een extra controle. Dat kost een paar honderd euro, maar geeft wél zekerheid.

Daarnaast kun je zelf letten op signalen. Komt er tijdens werkzaamheden plotseling stof vrij uit oude muren of plafonds? Of ruik je een droge, stoffige lucht die blijft hangen? Stop dan even met werken en zorg voor goede ventilatie. Gebruik bij schoonmaak altijd een stofzuiger met HEPA-filter — gewone stofzuigers verspreiden deeltjes juist verder. En ga vooral niet zelf boren, schuren of zagen in oude materialen als je niet zeker weet wat erin zit.

Een schoonverklaring zou vertrouwen moeten geven, maar in de praktijk vraagt het ook een beetje gezond wantrouwen. Want zelfs als het papierwerk klopt, is het jouw gezondheid die op het spel staat. En een extra controle of wat extra ventilatie kost misschien wat tijd, maar je longen zijn dat dubbel en dwars waard.